Naar aanleiding van een artikel dat ik toegestuurd kreeg over het (verkeerd) knotten van wilgen heb ik onderzoek gedaan.
Het artikel was van Jan Gerbens, plantenziektekundige, vaargids Vogeleiland en fan van knotwilgen, in het Puur Natuur. Puur Natuur is ‘het natuurmagazine van Nederland’ van Natuurmonumenten. Essentie van zijn artikel is dat hij dat alle takken afsnoeien verkeerd is. ‘Als de kale geknotte wilg langere tijd onder water staat dan vormt hij alcohol en vergiftigt zichzelf als hij geen levend materiaal (takken) heeft waar hij zijn alcohol kan afvoeren.’ Als onderbouwing noemt hij oude schilderijen met afbeeldingen van knotwilgen met een paar takken.
Ik durf te stellen dat de bewering op zijn minst overmoedig is.
⁃ De enige schilderijen waar zulke knotwilgen staan die ik gevonden heb zijn zonsondergangen achter knotwilgen, bv van Van Gogh. Ik schilder zelf ook, natuurlijk schilder je dan geen ‘volle’ knotwilgen want dan zie je weinig zonsondergang. Vrijheid van de schilder.
⁃ De meeste knotwilgen staan langs sloten en staan zelden of nooit langere tijd onder water en kennen dit probleem sowieso niet.
⁃ Oude afbeeldingen van grienden, erg natte gronden, laten zien dat het de wilgen voor griendhout helemaal geknot werden, soms pas als er ijs lag zodat men er bij kon.
⁃ Mijn eigen waarneming die stamt vanaf ca 1956 zegt ook dat alles eraf ging.
⁃ Een geraadpleegde deskundige op gebied van beheer van oude landgoederen kende dit gebruik niet. Hij stelde dat een gezonde wilg veel kan hebben, ‘maar hij moet niet voor een paar weken kopje-onder gaan’, daarom zie je op uiterwaarden geen knotwilgen.
⁃ Knotten met een beitel lijkt prehistorisch, de zaag is een lang bekend gereedschap. De zaag is een oud gereedschap, zelfs lang voor de tijd dat er schilderijen van knotwilgen gemaakt werden. Wij knotten wilgen met een scherpe zaag op een duimbreedte om een goede wond te krijgen en nieuwe takken te maar niet al te veel.
⁃ Als je met een beitel / hamer gaat knotten dan gaan takken splijten etc, ideaal voor schimmels en dus ziektes, zoals de schrijver zou moeten weten.
Conclusie: een mooi verhaal, primair ziet het er geloofwaardig uit, maar mijns inzien onzin en gevaarlijk omdat mensen op een verkeerd been gezet worden.
De goede manier is zoals wij doen: alle takken eraf. Alleen zorgen dat vogels een veilige plaats hebben, daarom niet altijd de hele rij knotten maar bv zeven wel / zeven niet als er geen andere vluchtplaats in de buurt is. Vroeger deden ze dat ook om een andere reden: ‘dan hebben we volgend jaar ook takken’, die werden gebruikt als ‘geriefhout’.
Gijs Sterks, ervaringsdeskundige en natuurliefhebber, auteur van het boek ‘Mijn jeugd op den Horzik, 1959’ waarin hij de wereld van voor en na de ruilverkaveling rond het Bossche Broek (1961-1963) beschrijft, de omgeving waar hij opgroeide. Nu al 10 jaar Coördinator NatuurWerkgroep, een groep natuur vrijwilligers die o.a. wilgen knotten.
Reacties